Pagina's

vrijdag 12 december 2014

Tips voor de feestdagen.

De kerst staat bijna voor de deur.
De laatste week voor de kerstvakantie is altijd hectisch.
Op school wordt van alles georganiseerd; er wordt veel geknutseld, gezongen, kerstverhalen gespeeld en het kerstdiner mag ook niet ontbreken.

Voor veel kinderen is deze periode geweldig. Er is zoveel leuks te doen.
Voor een aantal kinderen is deze periode juist moeilijk. Alle regelmaat en duidelijkheid zijn plotseling verdwenen. Deze kinderen raken het overzicht kwijt en worstelen zich door de feestdagen. Ze weten niet meer wat er van hen verwacht wordt en raken geïrriteerd en opstandig.

Om deze kinderen de feestdagen door te helpen heb ik de volgende tips:

Feestdagen op school.
  • Maak een kalender.Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle feestelijkheden op school. Dit kan door met de leerkracht te overleggen. Bereid uw kind voor op wat er staat te gebeuren.  Bespreek van te voren het programma. Bijvoorbeeld; Je krijgt vandaag spullen mee om een kerststukje te maken. Op school heeft de juf nog meer spullen. Vanmorgen gaan jullie met de hele klas kerststukjes maken. Vrijdag krijg je hem mee naar huis.
  • Dagplanning op school.Vraag de leerkracht om uw kind duidelijk te maken wat er elke dag gaat gebeuren. Op veel scholen wordt gebruik gemaakt van een dagplanning. Vraag aan de leerkracht of deze ook in de week voor de kerst gebruikt wordt. Soms wordt de planning in de chaos van activiteiten vergeten.
  • Rust en Regelmaat thuis. Houd het thuis zo rustig mogelijk. Probeer zo min mogelijk van uw dagelijkse routine af te wijken. Uw kind heeft al genoeg onrust op school. Uw kind is aan vakantie toe, overvraag het niet.
Feestdagen thuis.
  • Bedenk van te voren hoe u de feestdagen door wilt brengen. Wat verwacht u van de dagen, wat zijn  de verwachtingen en wensen van uw kind. Probeer samen tot een planning te komen waar iedereen zich een beetje in kan vinden.
  • Gaat u bij anderen op bezoek, hoe kan uw kind zich hier prettig bij voelen. Bedenk van te voren met uw kind wat het nodig zal hebben om zich te kunnen vermaken. Komen er onbekende mensen, bereid uw kind hier dan op voor.
  • Maak keuzes. Voor en tijdens de feestdagen wordt er van alles georganiseerd. Er wordt veel van u en van uw kind gevraagd. U kunt niet alles doen. Maak een keuze en voel u daar niet schuldig over.
  • Leg de lat niet te hoog. Is het haalbaar wat u gepland heeft?
  • Rust en regelmaat. Gaat het ondanks alle hierboven genoemde punten niet goed met uw kind? Dan kunt u het beste teruggaan naar de structuur van een normale week. Laat uw kind op tijd naar bed gaan en sta ook op een redelijke tijd op. Eet en drink op regelmatige tijden. Ga zelf gedurende de dag iets doen. Wanneer uw kind u bezig ziet gaat het zelf ook eerder wat doen. Onderneem gezellige dingen met uw kind. Dit kan al door samen een spelletje te doen, te knutselen of een boek te lezen. De kerstvakantie hoeft niet gevuld te zijn met allerlei dure uitstapjes. Luister naar uw kind, door te luisteren zonder zelf iets in te vullen kunt u te weten komen wat uw kind ergens van vindt.

Ik wens u allen een heerlijke kerstvakantie toe. Met een gezellige kerst en een prachtig oud en nieuw.

Anke Tragter

maandag 17 november 2014

De hersenen.

Soms denkt de ouder of de leerkracht:
"Er zit meer in, maar het komt er niet uit."
Het lijkt of het kind een deel van zijn capaciteit niet gebruikt.

Daarover gaat dit blog.

Onze hersenen bestaan uit twee helften, de linker en de rechter hersenhelft.
Deze beide helften worden met elkaar verbonden door de hersenbalk.

De hersenbalk rijpt totdat een kind ongeveer acht jaar is. 
Bij kinderen met leesproblemen of spellingproblemen kan de verbinding nog onvoldoende gerijpt zijn. Hoe deze bevorderd kan worden heb ik beschreven in de vorige blogs 
en 

Bij sommige kinderen is de verbinding tussen de beide hersenhelften goed, maar is één helft meer dominant.

Wat gebeurt waar?

Links.
Deze kant van de hersenen is de talige kant.
Deze kant interpreteert informatie via betekenis.
Kinderen waarbij deze kant sterk ontwikkeld is houden van:
  • Talige spelletjes zoals toneel spelen, poppenkast, scrabble, woordspelletjes.
  • Taal, lezen en schrijven op school.
  • Ze maken graag opstellen en spreekbeurten, en zijn daar ook goed in.
  • Ze praten veel en goed en kunnen over veel onderwerpen meepraten.
  • Ze zijn geïnteresseerd in wereldoriëntatie vakken als ze aangeboden worden in woorden, zinnen en verhalen.

Rechts.
Deze kant van de hersenen is de ruimtelijk-visuele kant.
Deze kant verwerkt alles wat met 'zien' te maken heeft. Visuele informatie kan ingeprent worden, op lange termijn onthouden worden en later weer opgeroepen worden.
Kinderen waarbij deze kant sterk ontwikkeld is houden van:
  • Puzzelen, bouwen. Spelletjes als dammen en schaken. Knutselen, boetseren, kleien etc. 
  • Rekenvakken, maar ook vakken met kaartlezen en schaalverdelingen .
  • Wereldoriëntatie vakken als er gewerkt wordt met schema's, tijdbalken en tekeningen van de onderwerpen.
Kinderen die een dominante linkerhelft hebben missen ondersteuning uit de rechterhelft. 
Dit kan zich uiten in ruimtelijk-visuele problemen.

Kinderen die een dominante rechterhelft hebben missen ondersteuning uit de linkerhelft.
Dit kan zich uiten in taal-problemen.


RT Lochem biedt een programma waarbij de nog zwakke hersenhelft geactiveerd wordt. 

Wilt u hier meer over weten?

Vraagt u gerust vrijblijvend advies.

Anke Tragter

donderdag 28 augustus 2014

Weer naar school!

Nog een paar dagen en dan begint ook voor regio midden een nieuw schooljaar.
Het wordt voor veel gezinnen flink wennen.

Om u op weg te helpen geef ik wat informatie en tips.

Gezin.
Terug in het schoolritme komen valt niet altijd mee na zes weken vakantie.
Waar kunt u op letten?
De komende dagen:
  • Herpak het ritme dat gangbaar is in een schoolweek. Op vaste tijden eten, koffie drinken, naar bed etc.. Bespreek welke bedtijd gaat gelden het komende jaar.
  • Controleer of alle materialen in orde zijn; gymspullen (vooral schoenen), luizenzakken, broodtrommels en bekers.
  • Zorg dat de nog missende materialen gekocht worden voor aanstaande maandag. Denk er ook aan dat de tussendoortjes in huis zijn om mee naar school te nemen.
De eerste schoolweek:
  • Houd het ritme van slapen en eten vast.
  • Sta op tijd op. Wanneer je in het ritme moet komen, kost het meestal meer tijd om alles op orde te krijgen 's ochtends. 
  • Plan niet te veel, het naar school gaan zal energie genoeg kosten.
  • Maak een afspraak met de leerkracht wanneer u denkt dat er informatie gedeeld moet worden. (Beter op tijd afspreken dan te laat.)
School.
Ook voor de leerkrachten is het een grote omslag, van weken vakantie naar de drukte van de school.

De afgelopen dagen:
  • Op school is hard gewerkt aan de inrichting van het lokaal, de overdracht, voorbereidingen van het nieuwe schooljaar.
  • Er is vergaderd door het team.
  • Alle plannen voor het komende jaar staan ingepland.
De eerste schoolweek.
Niet alleen voor de kinderen is de eerste week spannend.
Zondagnacht zullen een heleboel leerkrachten iets minder goed slapen dan ze normaal zouden doen. 
De eerste week zal er hard gewerkt worden aan:
  • Groepsvorming, elkaar leren kennen.
  • Sfeer maken.
  • Ritme pakken, afspraken en regels instellen.
  • Zorgleerlingen in kaart brengen en met plannen van aanpak beginnen.

Ook RT Lochem begint volgende week weer vol energie aan het nieuwe schooljaar.
U bent van harte welkom met vragen over opvoeden en leren.

Fijn schooljaar!

Anke Tragter

vrijdag 20 juni 2014

"Kind en probleem" wordt "Kind en nog te leren vaardigheid".

De meeste mensen hebben de neiging eerder een negatieve eigenschap te benoemen dan een positieve.

Stel je voor dat je een kind bent dat altijd te horen krijgt wat je niet kunt.

Wat zou dat met je doen?

Je bent een pestkop, je kan niet leren,  je bent bang, je plast altijd in je broek, je kan niet met andere kinderen spelen..............

Negatieve feedback naar kinderen heeft grote gevolgen.

  • Kinderen gaan geloven dat de negatieve eigenschap bij hen hoort, onveranderbaar is.
  • Kinderen krijgen een stigma. Er wordt op negatieve wijze over hen gesproken. Waardoor niet alleen de kinderen de negatieve eigenschap inprenten, maar ook hun omgeving.
  • Wanneer de verwachting van de ouders en de omgeving te laag staat ingesteld, gaat het zelfvertrouwen van het kind naar beneden.  Het gaat zich gedragen naar de verwachtingen van de anderen.

Een kind met een probleem (iets nòg niet kunnen) moet iets leren om het probleem te verhelpen.
Daarbij heeft het anderen nodig die helpen de vaardigheden te leren.

Loopt uw kind ergens tegenaan? 
Wat moet het nog leren?

Benoem niet het probleem, maar benoem de vaardigheid die het te leren heeft.

Voorbeeld:
Hein is 5 jaar en kan zijn veters nog niet strikken. De ouders van Hein vinden dit erg lastig. Om het probleem uit de weg te gaan kopen ze alleen nog schoenen met klittenband. Eigenlijk vinden ze dat Hein veters moet leren strikken. 
De ouders benoemen steeds dat Hein z'n veters niet kan strikken. Wanneer opa en oma komen, of wanneer er een vriendje is dat wel zijn veters strikt. Ze voelen zich hier schuldig over.

Wat te doen?
Wat is het voordeel?
Samen met Hein bespreken de ouders hoe fijn het zou zijn als hij zelf zijn veters zou kunnen strikken. Ze bespreken alle voordelen die dat zou hebben.
Welke vaardigheid heeft hij nodig?
Ook vragen ze aan Hein wat hij zelf zou moeten kunnen om zijn veters te strikken. 
Hein benoemt:"Ik kan al mijn voeten in de schoen stoppen, een eerste knoop maken maar dan weet ik het niet."
(Hein is dus al een heel eind, hij kan zelf zijn schoen aan doen en de knoop maken.) 
Hein wil graag leren hoe hij de rest moet doen.
Samen met zijn ouders spreekt Hein af dat hij de lusjes wil leren maken om uiteindelijk de strik in de veter te kunnen leggen.
Vieren.
De ouders van Hein vragen hoe hij het zou willen vieren wanneer hij zijn veters zelf kan strikken.
Hein geeft aan dan heel graag schoenen met veters te willen, dan kan hij aan iedereen laten zien dat hij het kan.
Oefenen.
Hein gaat de hele week oefenen. Zijn ouders geven hem de tijd. Wanneer hij oefent moedigen ze hem aan. ook vertellen ze aan opa en oma en aan de juf dat hij druk is om zijn vaardigheid te leren. Iedereen is trots op zijn doorzettingsvermogen. En stimuleert hem als het even niet lukt.

Na een week kan Hein zijn veters strikken.
Apetrots showt hij zijn nieuwe schoenen aan iedereen die het maar zien wil.

Kinderen die nog iets moeten leren hebben iemand nodig die;
Helpt een vaardigheid te leren.
Geduldig is.
Stimuleert en positief is.
Gelooft dat het doel gehaald wordt.

Veters strikken is een eenvoudige vaardigheid die u waarschijnlijk zelf graag aan wilt pakken met uw kind.
Heeft u een wat ingewikkelder doel dan help ik u graag op weg.

Anke Tragter



donderdag 12 juni 2014

Leuk boek.

Een geweldig boek: Spaghetti van Menetti door Kees Leibbrandt.

Jaren geleden bracht een meisje hem mee om te oefenen met lezen. Ik was blij verrast.





Het boek is grappig, mooi vormgegeven en het is fantasierijk.

Waar gaat het boek over?

Wanneer meneer Menetti in Spriet aankomt, blijkt alles zo dun als een spriet te zijn: de huizen, de deuren, de bomen en zelfs de mensen. Als levensgenieter kan hij nergens naar binnen - de deuren zijn te smal. Menetti vindt de bewoners van Spriet veel te mager. Daar gaat hij wat aan doen!
Om zijn eigen kostje te verdienen, besluit hij overheerlijke spaghetti te gaan koken. De spaghetti van Menetti valt echter zo in de smaak dat de bewoners in korte tijd veranderen in echte dikkerds. 
En dan beginnen de problemen pas goed, want dikke mensen passen helemaal niet in Spriet. 

Dit boek kun je voorlezen vanaf 5 jaar en zelf lezen vanaf c.a. 8 jaar.

Veel leesplezier!

Anke Tragter

donderdag 15 mei 2014

De kracht van de combinatie Kindercoach en Remedial Teacher.

Als Remedial Teacher en Kindercoach bekijk ik elke situatie vanuit een breed perspectief.

Wanneer ouders of scholen contact met me opnemen hebben ze vaak een concrete vraag.

Mijn dochter heeft een rekenachterstand.
Mijn zoon gaat maar niet vooruit met lezen.
Ik weet me geen raad met de boosheid van mijn kind!

Na een uitgebreid intake gesprek volgt pas de kennismaking met het kind.
Voor mij is dat altijd heel bijzonder.

Een kind is zoveel meer dan dat ene onderdeel waarvoor het bij mij in de praktijk komt.
Bij de eerste ontmoeting zie ik eerst de uitstraling, het karakter, de interesses daarna pas het probleem.

En ook het probleem is elke keer weer anders. 
Een rekenachterstand bijvoorbeeld kan door veel factoren veroorzaakt zijn. Voor mij is het de uitdaging erachter te komen wat de oorzaak van de achterstand is. 

Onderzoek.
Eerst doe ik onderzoek naar waar de hiaten zitten. Vaak komen dan duidelijk een aantal onderdelen naar voren die we stap voor stap aan kunnen pakken.

Dan is het voor mij belangrijk te ontdekken op welke manier het kind het beste leert.
Materiaal.
Heeft het baat bij het werken met werkbladen, met de computer, met de IPad? Of heeft het meer aan het werken met concreet materiaal als puzzels, rekenmateriaal, klokjes.
Instructie.
Hoe neemt het kind de informatie het beste op?
Wanneer mijn instructie niet aansluit bij het kind heeft het geen enkele zin. 
Heeft het beelden nodig om te leren? Is het een goede luisteraar, heeft het meer aan geschreven instructie? 
Welbevinden.
Naast het werken aan de stof besteed ik veel aandacht aan het welbevinden van een kind. Hoe kijkt het tegen zichzelf aan. Zijn er onzekerheden die er mogelijk voor kunnen zorgen dat het probleem veroorzaakt wordt of in stand gehouden wordt. Wanneer dat zo is zal de onzekerheid omgebogen moeten worden naar zelfvertrouwen. Met meer zelfvertrouwen zal de stof ook beter aangepakt kunnen worden.

Concreet voorbeeld.
Ik had een meisje in de praktijk dat al jaren worstelde met een rekenprobleem. School had al van alles geprobeerd, helaas liep de achterstand steeds verder op. Na mijn onderzoek bleek dat ze enorm onzeker was over haar eigen kunnen. 
We gingen daarmee aan de slag.
Door middel van verschillende coachingsopdrachten kreeg ze een steeds realistischer beeld van zichzelf. Haar zekerheid groeide met de week. Ik zag haar houding veranderen, van een gebogen houding met afhangende schouders ging ze steeds meer rechtop staan. Uiteindelijk keek ze opgetogen om zich heen en liep ze zelfs te huppelen door de school. Toen haar zekerheid groeide constateerde ze zelf dat ze rekenen eigenlijk helemaal niet meer zo moeilijk vond. 
Naast haar onzekerheid was er nog een reden waardoor ze zich niet optimaal ontwikkelde.
Ze bleek gemakkelijker te kunnen leren wanneer er in beelden/plaatjes en met concrete materialen uitleg gegeven werd. Toen ik dat ontdekt had kon ik materiaal op maat gaan maken en zoeken. De uitleg en de verwerking heb ik aangepast. We gingen werken met kleuren, tekeningen en met helder materiaal.

Inmiddels kan dit meisje weer op eigen kracht verder.
Ze heeft geleerd vertrouwen te hebben in zichzelf en ze weet wat ze nodig heeft om goed te presteren.

De brede visie en het blijven zoeken naar de beste hulp voor het kind zijn de kracht van de combinatie Kindercoach en Remedial Teacher. 

Wilt u ook dat er met een brede visie naar ùw kind wordt gekeken?
Bel of mail me even dan kan ik bekijken wat we kunnen doen.  

Anke Tragter

woensdag 23 april 2014

Leuk boek.

Voor de kinderen, die in mijn praktijk komen, ben ik altijd op zoek naar het leukste boek.
 
Ik kom regelmatig prachtige of verrassende boeken tegen.
 
Elke maand zal ik één uitlichten.
 
Deze maand is het Bezem, geschreven door Bibi Dumon Tak.
 
Het is een heerlijk boek geschreven vanuit de belevingswereld van de hond Bezem.
Het boek is grappig en een aanrader voor alle kinderen die van dieren houden.
Het verhaal bevat korte zinnen en hoofdstukken en heeft een duidelijke lay-out.
Grote en kleine, goed bij het verhaal passende zwart-wittekeningen van vooral Bezem en wat voorwerpen of andere dieren maken het boek helemaal af.
Waar gaat het boek over?
Bezem zit in het asiel te wachten op een baasje. Op een dag wordt hij meegenomen door een man die hem Bezem noemt, omdat zijn staart over de vloer sleept. Bezem moet wennen aan zijn baas, het huis, de kat van de buurvrouw, vakanties en andere zaken. Maar zijn baas moet ook wennen aan een hond in huis.
Klein stukje uit het boek:
Bezem zit te wachten op een nieuwe baas samen met honderd andere honden.
Er kwamen mensen naar hem kijken. 'Te groot,' zeiden ze.
'Te harig.'
'Te sloom.'
'Geen fut.'
'Geen ras.'
Eindelijk kijkt er een meneer door de tralies die begint te knikken als hij Bezem ziet. Hij zegt: 'Dat is hem.' Die meneer wordt Bezems nieuwe baas.
Vanaf dat moment verandert Bezems leven totaal. Hij moet nog veel leren, maar hij niet alleen, ook zijn baas. De baas moet wennen aan een hond in huis. En Bezem? Bezem begrijpt maar weinig van de baas.
Dit boek is geschikt om voor te lezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
 
Veel leesplezier!

Anke Tragter

dinsdag 1 april 2014

Beter lezen zonder te lezen.





Wat hebben de bovenstaande attributen te maken met het leren lezen?
Ze bevorderen de ontwikkeling van vaardigheden die uw kind nodig heeft om goed te kunnen lezen.

Wanneer een kind een leesprobleem heeft kan dat verschillende oorzaken hebben.
Bijvoorbeeld:

  • De samenwerking tussen de verschillende gebieden in de hersenen verloopt nog niet soepel.
  • Er is een probleem bij de opname van de leerstof. Uw kind is bijvoorbeeld visueel ingesteld of het kan de stof beter opnemen door te luisteren.
  • Uw kind ziet of hoort onvoldoende.
Wanneer uw kind moeite heeft met lezen wordt er geadviseerd veel te lezen. Soms heeft het vele lezen nog geen zin en moeten er eerst andere oefeningen gedaan worden. De hersens, ogen of oren moeten leren samenwerken.

Wat kunt u doen om uw kind te helpen?

Zintuigontwikkeling:
  • Tastspel: Laat eerst voorwerpen zien. Daarna moet er geblinddoekt worden gevoeld welk voorwerp uw kind vast heeft. U kunt het moeilijker maken door de materialen niet te laten zien, door alleen vormen of verschillende materialen te laten voelen zoals hout, stof, plastic enzovoort.
  • Letters voelen: Geef uw kind geblinddoekt een letter en laat het raden welke letter het is. U kunt ook woorden neerleggen die uw kind moet voelen.
Samenwerking hersenen, motorische ontwikkeling:
  • Tollen: Met duim en wijsvinger tollen, als dit lukt ook met de andere hand, of met twee tegelijk.Tollen met duim en middelvinger/ ringvinger/ pink.
  • Tafel-tik spel: Ga aan tafel zitten met de knieën vrij. De oefening bestaat uit de volgende figuren:

met twee handen op de tafel slaan (tafel)
in de handen slaan (handen)
op de knieën slaan (knieën)
de schouders gekruist aantikken (gekruist)
de schouders gelijk aantikken (linkerhand linker schouder, rechterhand de rechter) (gelijk)

Hanteer de volgende volgorde en spreek hardop uit:

Tafel, handen, tafel, knieën, tafel, handen, tafel, gekruist
Tafel, handen, tafel, knieën, tafel, handen, tafel, gelijk

Daarna begint u weer opnieuw.
  • Jongleren met twee ballen. (Hoe zachter de bal, hoe makkelijker)


Werking van het kortetermijngeheugen:
  • Spel: Ik ga op vakantie en neem mee. De eerste persoon zegt: Ik ga op vakantie en neem mee een koffer. De tweede zegt: Ik ga op vakantie en neem mee een koffer en een zwembroek. De volgende voegt weer een woord toe en zo wordt de lijst steeds langer.
  • Papegaaienspel: Noem een aantal woorden. Uw kind luistert en zegt de woorden na. U begint met weinig woorden en bouwt uit naar meer. U gebruikt eerst woorden die wat met elkaar gemeen hebben bijvoorbeeld: schaap, geit, kip, koe, konijn. Wanneer het goed gaat kunt u woorden gebruiken die niets met elkaar te maken hebben. Deze oefening kunt u ook met een zin doen. U begint makkelijk en maakt de zinnen steeds moeilijker door meer bijvoeglijke naamwoorden toe te voegen.
  • Figuren onthouden. Leg met mozaïek of met blokken een figuur neer. Dek het vervolgens af en laat uw kind hetzelfde bouwen. U kunt het zo moeilijk maken als u wilt.
Ik wens u veel plezier met de oefeningen.


Wilt u het professioneel aanpakken?

Neemt u dan contact met me op.

Ik bied een prachtig programma van drie maanden aan waarin uw kind het leesniveau kan verbeteren zonder te lezen.

Op onderstaande link kunt u daar meer over lezen:
Beter lezen in drie maanden.

Anke Tragter

dinsdag 25 februari 2014

Help mij het zèlf te doen.

Vanaf het moment dat ik met kinderen ging werken was de zin  `Help mij het zelf te doen!` mijn motto.

Kinderen vinden het heerlijk wanneer ze iets zelf kunnen.
Al vanaf jonge leeftijd geven ze het aan; "selluf doen!!!!!"

Stapje voor stapje leren kinderen. 

Ze groeien wanneer ze ontdekken dat ze zelf in staat zijn iets voor elkaar te krijgen. 
Het kan zoveel voldoening geven wanneer een kind zelf een jas aan kan doen.

Helaas zie ik veel ouders die het wel even voor hun kind willen doen. 

Even snel de jas aan, hup achterop de fiets, vuile was opruimen, kamers op orde houden enz. 
Deze ouders rennen zich een ongeluk, zien er afgepeigerd uit. 
Terwijl ze zichzelf, maar vooral hun kind tekort doen.

Kinderen kunnen zoveel.

Kinderen hebben de ruimte nodig om iets te leren wat ze nog niet kunnen.

Hoe help je je kind (en daarmee ook jezelf) meer zelf te doen?


1. Wat verwacht je van je kind?

Een belangrijke vraag. Voor u iets kunt vragen van uw kind moet u zichzelf bewust worden van uw wensen.

Voorbeeld: Mama wil dat de schoenen bij binnenkomst uitgedaan worden en in de schoenenkast gezet worden.


Dit is helder en concreet. 

Het kind leert dat de schoenen in de gang gelijk uitgedaan moeten worden. 
Daarna weet het kind dat de schoenen in de schoenenkast horen.
Vanaf het moment dat uw kind schoenen draagt kunt u dit gaan invoeren.

Het voordeel van deze regel:

Uw kind leert zelf de schoenen aan en uittrekken.
Uw kind weet altijd waar de schoenen zijn, in de kast.
U heeft nooit last van rondslingerde schoenen.

2. Iedereen in het gezin houdt zich aan de regel. 

Wanneer de regel eenmaal aangeleerd is zult u merken dat u weinig uit hoeft te leggen wanneer er vriendjes komen spelen. Uw kind zal als vanzelf tegen het vriendje zeggen, doe je schoenen maar in de schoenenkast.

3. Consequent zijn.

U heeft een regel in huis; Schoenen in de schoenenkast. 
Wanneer uw kind zich er niet aan houdt hoeft u alleen maar te zeggen; schoenen horen in de schoenenkast. 
Deze zin is helder en heeft geen uitleg of discussie nodig.

Het is aan u te bedenken wat u graag anders wilt doen.


Dit beknopte overzicht helpt u bij het bepalen van wat u van uw kind kunt vragen.


Wat kunnen ze zelf?


2 tot 4 jaar

• Naar de wc gaan
• Zelf aan- en uitkleden
• Telefoon aannemen en kort gesprek voeren
• Vuile was in wasmand doen, kleding op stoel hangen, pyjama opruimen
• Helpen afwassen, tafeldekken


4 tot 6 jaar

• Zonder continu toezicht buiten spelen
• Alleen bij vriendje logeren
• Zelf wassen, tanden poetsen, billen afvegen
• Onder toezicht zelf douchen
• Een kleine boodschap doen
• Zelf een boterham smeren


7 tot 9 jaar

• Zelfstandig deelnemen aan het verkeer (alleen naar school)
• Zelf douchen, in bad gaan
• Eerste zakgeld
• Eenvoudige gerechten leren bereiden (onder toezicht)
• Middagboterham smeren, inpakken en meenemen
• Helpen in huis: afstoffen, stofzuigen


9 tot 12 jaar

• Zelf kleding uitzoeken
• Eerste kleedgeld


Rond 12 jaar

• Helpen organiseren feestje
• Menu samenstellen en bereiden
• Eigen kamer inrichten en schilderen


Ik wens u veel plezier en succes toe bij het bevorderen van de zelfredzaamheid van uw kind.


Heeft u vragen over het bovengenoemde?

Wilt u graag persoonlijk advies?
Neem dan even contact met me op.

Anke Tragter


vrijdag 10 januari 2014

Mijn kind gelooft in zichzelf.

2014 Is van start gegaan.
Ik wens jullie allen een prachtig jaar toe.
Mijn jaar is al goed begonnen.
Ik ben trots op mijn nieuwe logo en op mijn ge-update site.

Heerlijk is het gevoel dat ik dit alles voor elkaar heb gekregen.
Af en toe was het moeilijk.
Kan ik wel een website bouwen en alles regelen wat daarbij hoort? 
Maar al snel herpakte ik mezelf.
Natuurlijk kun je het, kom op!

In mijn werk is het één van mijn belangrijkste taken: kinderen leren te geloven in zichzelf.

Een kind dat tegen moeilijkheden aanloopt kan het risico lopen een negatief beeld van zijn eigen kunnen in te prenten. Wanneer dit negatieve beeld eenmaal ingeprent is maakt het de verbetering van zijn situatie bijna onmogelijk. Het kan grote gevolgen hebben voor de rest van de ontwikkeling.

Kinderen die geloven in hun eigen ontwikkelingsmogelijkheden 
zien kansen om sterker en beter te worden.


Hoe kunt u ervoor zorgen dat uw kind op een positieve manier naar zijn eigen ontwikkelingsmogelijkheden gaat kijken?

1. Feedback.
Richt de aandacht en de complimenten op het leerproces van uw kind. Resultaten en scores zijn minder belangrijk dan het doorzettingsvermogen, de aanpak en de inzet van uw kind.

2. Vooruitgang.
Vergelijk een kind nooit met een ander of met de norm. Het gaat erom dat uw kind zichzelf verbetert. Het is voor een kind waardevol om te weten dat het al meer kan dan de vorige keer. Daar heeft het meer aan dan te weten dat iemand in de klas beter is.

3. Leermomenten.
Leer uw kind dat een lastige situatie een leermoment is. Inspanningen zorgen ervoor dat je een stapje verder kunt komen.

4. "Nòg niet"
Twee woorden die ik veel uitspreek.
Je weet nòg niet hoe je deze som uit moet rekenen.
Je kunt nòg niet goed overzien wat je deze week moet doen.
Het geeft aan dat het mogelijk is het wel te kunnen leren.
Wanneer u het woordje nòg toe gaat voegen wordt de zin veel positiever.

Ik wens u veel succes met het begeleiden van uw kind en hoop dat jullie een positief 2014 tegemoet gaan vol mogelijkheden.

Anke Tragter