Sinterklaas.

Sinterklaas is weer in Nederland.
Dit brengt voor veel kinderen maar ook voor hun ouders een heleboel onrust met zich mee.

Hoe kun je de Sint periode beleven zoals deze bedoeld is; als een gezellig familiefeest?

Een paar tips.

1. Wat betekent Sinterklaas voor uw gezin?
De basis voor een fijne periode is een helder beeld voor uw gezin. Wat verwacht uw gezin? Op welke wijze wilt u met uw kinderen invulling geven aan het Sinterklaasfeest. Wat hoort daarbij?

2. Maak keuzes.
Sinterklaas wordt op school gevierd maar ook op verschillende clubs en misschien ook wel bij uw werkgever. Het kan gebeuren dat u uw kind van het ene feest naar het andere aan het slepen bent. Bedenk of dit is wat u wilt. Misschien kunt u een keuze maken. Voor veel kinderen brengen al die verschillende feesten alleen maar onrust en onduidelijkheid. Waar wilt u graag bij zijn? Welk feest heeft meerwaarde voor uw kind?

3.Wees duidelijk en consequent.
Maak uw kind duidelijk wanneer er een schoen gezet mag worden, bijvoorbeeld op zaterdagavond.
Houd u hier aan. Dit geeft uw kind duidelijkheid en houvast.

4. Bewaar de rust.
Dompel uw kinderen niet te veel onder in de Sinterklaasprogramma's, boeken, speelgoed, films en spelletjes. Kinderen zijn vooral in deze periode gebaat bij rust en regelmaat. Elke dag het Sinterklaasjournaal kan voor veel kinderen al heftig zijn. Kijk goed naar uw kind, wordt het te veel, schroef dan wat terug.

5. Gedichten en surprises op school.
In de hogere groepen moeten kinderen een surprise maken met gedicht. Het is de bedoeling dat uw kind dit doet met een beetje begeleiding van u. Begin ruim op tijd met het maken van een surprise en laat uw kind het voortouw nemen. Het is niet de bedoeling dat u zich in het zweet staat te werken. Het maken van een surprise is een goed leermoment voor uw kind. Het leert plannen, creatief zijn en het leert zich in te leven in een ander. Het is voor veel kinderen echter een grote en moeilijke opdracht. Geef uw kind dus de tijd en neem de tijd.

6. Laat u niet meeslepen in de gekte van een ander.
Wanneer u denkt alles onder controle te hebben en met rust in uw hoofd op 5 december afstevent, houd dan vol. Laat u niet meeslepen in de onrust van een ander. Komen mensen met onverwachte leuke ideeën om ook wat aan Sinterklaas te gaan doen? Neem punt twee dan even door voor u te vroeg "ja!" roept.

Heel veel plezier.
Mocht u nog wat meer tips nodig hebben, schroom niet en bel of mail gerust.

Anke Tragter
  

Mijn kind heeft last van faalangst.

In onze maatschappij worden hoge eisen gesteld.
Deze hoge eisen worden ook steeds meer zichtbaar op de school waar uw kind het grootste gedeelte van zijn jeugd doorbrengt.

Ondanks dat kinderen met een natuurlijk zelfvertrouwen worden geboren, ontwikkelen sommige kinderen faalangst.

Kinderen met faalangst hebben hoge verwachtingen van zichzelf. Ze denken niet te kunnen voldoen aan de verwachtingen van een ander. Ze hebben het gevoel dat ze geen fouten mogen maken, dat ze perfect moeten zijn.

Wanneer kinderen een onrealistisch zelfbeeld hebben, het gevoel hebben steeds weer te falen, kan een gevoel van mislukking zich manifesteren.

Faalangstige kinderen kunnen dingen uit de weg gaan of lichamelijke klachten krijgen als buikpijn, slaapproblemen en hoofdpijn.

Wat kunt u doen om uw kind te helpen?

1. Neem uw kind serieus en erken dat het moeilijk is.
2. Blijf positief.
3. Bespreek de gedachtegang van uw kind en bespreek of de gedachten kloppen. ("Iedereen is beter dan ik!"  "Ik ben de enige die moeite heeft met die spreekbeurt!" is dat echt zo? )
4. Leer uw kind dat iedereen angstig kan zijn op bepaalde momenten. Angst kan stimuleren om door  te zetten en iets te leren wat je eerst nog niet kon.
5. Daag uw kind uit iets te doen wat nog best eng is en blijf het stimuleren.
6. Geef gepaste complimenten.
7. Is de uitdaging nog te groot, neem dan kleine stapjes.
8. Laat uw kind weten wat het allemaal al kan. Er zijn vast spannende momenten geweest waarbij het goed ging. Laat uw kind zien dat het ook goed kan gaan.

Bovenstaande punten leren uw kind de negatieve angstige gedachten over het eigen functioneren om te zetten in positieve. Een positief zelfbeeld geeft meer zelfvertrouwen, meer zelfvertrouwen zal deuren openen die eerst nog gesloten bleven.

Heeft u behoefte aan professionele begeleiding neem dan contact met me op.

Anke Tragter

Binnen drie maanden beter lezen, het kan!

Werkt uw kind keihard om het leesniveau te verbeteren?
Blijft het niveau ondanks de extra inzet steken?
Neem dan even de tijd om dit blog te lezen.
Het is mogelijk een grote sprong te maken.

Om goed te kunnen lezen moet uw kind drie verschillende fasen van ontwikkeling in de hersenen hebben doorlopen.

• Fase 1: Links en rechts bewegen afwisselend van elkaar.

De linker en rechterkant van het lichaam doen afwisselend hetzelfde. Dit zie je bij het kruipen, lopen, klimmen en fietsen.

• Fase 2: Links en rechts bewegen tegelijkertijd.

De linker en rechterkant van het lichaam doen tegelijkertijd hetzelfde; in de handen klappen, schommelen, touwtje springen.

• Fase 3: Links en rechts maken verschillende bewegingen en hebben elkaar nodig.

De ene hand heeft de leiding en de andere helpt waar nodig. Dit zie je bij veters strikken, aankleden, knippen en plakken.

Veel kinderen met leesproblemen hebben een fase overgeslagen of niet goed doorlopen.

Wanneer dit het geval is zijn de hersenen nog niet klaar om aan het leesproces te beginnen.
Het heeft dan weinig effect wanneer er steeds geoefend wordt met lezen.
Eerst zullen de hersenen de fasen moeten doorlopen.

Heeft uw kind de fasen goed doorlopen?
Wanneer u uw kind herkent in één of meerdere kenmerken is het goed mogelijk dat de beide hersenhelften nog niet goed samenwerken.

Heeft uw kind moeite met veters strikken en touwtje springen?
Haalt uw kind letters door elkaar, de u en de n, de a en de e, de f en t, de d en b, m en w, q en p enz.
Haalt uw kind cijfers door elkaar?
Heeft uw kind een duidelijke voorkeurshand en ligt de andere erbij?

Na drie maanden sprongen maken bij het lezen en de spelling.

Remedial Teaching Lochem biedt een programma aan waarbij uw kind binnen drie maanden een aanzienlijke verbetering in het leesniveau kan maken.

Tijdens de drie maanden zal intensief gewerkt worden aan:

1. Zintuigontwikkeling; hoe werken ogen en oren?
2. Samenwerking hersengebieden/motorische ontwikkeling.
3. Werking van het korte termijn geheugen.

Middels allerlei leuke oefeningen als tekenen, meskeren, tollen, geheugenspelletjes en motorische oefeningen zal uw kind spelender wijs klaargestoomd worden om optimaal te kunnen lezen en spellen.

Wilt u meer weten over het drie maanden plan?

Neem dan vrijblijvend contact met me op.

Anke Tragter

 

Meervoudige intelligentie.

In mijn vorige bericht schreef ik al over meervoudige intelligentie.
In dit stukje wil ik graag meer informatie geven over de verschillende intelligenties.
Zodat je bij jezelf of bij je kind kunt herkennen in welke intelligentie de kracht ligt.
Daarnaast zal ik uitleggen wat we met meervoudige intelligentie kunnen doen in het basisonderwijs.

Welke kenmerken hebben de verschillende intelligenties.

verbaal/linguïstische intelligentie (woordslim)

• Interesse voor geluiden en taalspelletjes.
• Geniet van "expressief taalgebruik" (geluiden maken, woordherhalingen, rijmpjes, melodietjes)
• Luistert graag naar verhalen en gedichten.
• Vraagt naar de betekenis van woorden.
• Vraagt om uitleg:"Wat betekent dit?, Wat is dat?"
• Kan oplossingen goed onder woorden brengen.
• Kan goed voorlezen.
• Kan spelen met zijn stem.
• Leest graag of wil voorgelezen worden.
• Heeft een duidelijk herkenbare spreek- en schrijf- "stijl".

logisch/mathematische intelligentie (rekenslim)

• Rekent graag, werkt graag met reken(-achtige) puzzels.
• Is geboeid door vormen, patronen, verbanden etc.
• Wil weten hoe dingen werken.
• Luistert graag naar "denkproblemen "en lost deze graag op.
• Ziet vaak overal structuur of overeenkomsten in.
• Kan heel geordend denken.
• Bedenkt (nieuwe), originele en vaak logische oplossingen.
• Is een goede analyticus.
• Kan nieuwe spelregels bedenken.
• Vindt het leuk om proefjes te doen.

visueel/ruimtelijke intelligentie (beeldslim)

• Heeft een grote verbeeldingskracht.
• Houdt van bouwen en construeren.
• Is geboeid door de vormen van wolken, kleuren en patronen als geheel.
• Is altijd bezig met de vraag hoe dingen eruit zien.
• Speelt graag met constructiemateriaal als LEGO.
• Tekent graag.
• Kan werkstukken maken die opvallen door vormgeving.
• Onthoudt beter door te zien dan door te luisteren.
• gebruikt materiaal op geheel eigen manier, ziet snel toepassingen.
• Heeft een eigen herkenbare stijl.

muzikaal/ritmische intelligentie (muziekslim)

• Luistert graag naar muziek.
• Houdt van muziek maken.
• Herkent zonder veel moeite een melodie.
• Kent veel liedjes uit het hoofd.
• Beweegt het lichaam als het muziek hoort.
• Neuriet en zingt vaak in zichzelf.
• Zingt gemakkelijk zo maar een liedje.
• Maakt zijn eigen muziek en liedjes.
• Is gevoelig voor maat en ritme.
• Kan gemakkelijk rijmwoorden bedenken.

lichamelijke/kinesthetische intelligentie (beweegslim)

• Vindt bewegingsactiviteiten leuk, zowel om te doen als om naar te kijken.
• Heeft belangstelling voor sport in het algemeen.
• Houdt van pietepeuterige bezigheden.
• Houdt van werken met zand en klei en water.
• Is lenig en soepel.
• Is altijd bezig.
• Bedenkt oplossingen voor iets in termen als "Als we het nu eens zo doen?"
• Doen is begrijpen.
• Speelt gemakkelijk toneel.
• Maakt iets op een herkenbare eigen manier.

interpersoonlijke intelligentie (mensslim)

• Toont belangstelling voor anderen.
• Werkt graag met anderen samen.
• Doet graag mee aan groepsactiviteiten en kringgesprekken.
• Reageert goed op stemming en gevoelens van een ander.
• Accepteert andere kinderen zoals ze zijn.
• Zoekt sociale contacten en situaties.
• Is in staat een positieve atmosfeer op te roepen om de groep bij elkaar te houden.
• Neemt gemakkelijk de leiding waardoor anderen (ook) goed kunnen functioneren.
• Reageert gemakkelijk in een gesprek.
• Zoekt actief mee naar oplossingen.

intrapersoonlijke intelligentie (zelfslim)

• Voelt gevoelens en stemmingen van anderen goed aan.
• Houdt zich bezig met de serieuze zaken van het leven.
• Kan zich in verhalen inleven.
• Kent eigen sterke en zwakke kanten redelijk.
• Weet wanneer hij om hulp moet vragen en wanneer niet.
• Waardeert en geniet van tijd voor zichzelf.
• Bedenkt originele oplossingen voor problemen.
• Is een denker.
• Analyseert situaties en denkt na over de betekenis.
• Trekt zich gemakkelijk in zichzelf terug.

natuurgerichte intelligentie (natuurslim)

• Is graag buiten in de natuur.
• Heeft belangstelling voor alles wat leeft en groeit.
• Wil altijd weten hoe het zit.
• Heeft een scherp waarnemingsvermogen.
• Is een echte verzamelaar.
• Leest alles over planten en dieren.
• Komt vaak met leuke en boeiende ontdekkingen van buiten.
• Houdt bij wat hij allemaal ziet of vindt in de natuur.
• Weet veel over de natuur.
• Kan goed met dieren (en planten) omgaan.

Sommige kinderen lopen vast op school doordat het aanbod en de verwerkingen niet aansluiten bij hun intelligentieprofiel.

Wat kan het basisonderwijs met meervoudige intelligentie.

1. Meer rekening houden met de verschillen tussen kinderen.
2. Kinderen beter onderwijs geven door niet alleen verbaal uitleg te geven. Maar ook via beelden, ritmes, schema's en modellen, doe-activiteiten met een hoog motorisch gehalte, samenwerkingsvormen, individuele reflecties en veldonderzoek.
3. Leermiddelen aanpassen zodat ze niet alleen schriftelijke oefeningen bevatten.

Heeft u hier vragen over of wilt u ondersteuning bij een gesprek op school, neem dan gerust contact met me op.

Anke Tragter

Mag uw kind zichzelf zijn?



De afgelopen maand heeft de Citotoets me aan het denken gezet.
Hij heeft voor veel kinderen stress opgeleverd.
Toen de uitslag eenmaal binnen was bracht hij in veel gezinnen onrust.

Er hangt zo veel van de uitslag af. Terwijl er maar twee onderdelen van al die prachtige kinderen getest worden.
Rekenen en taal.

Onze kinderen zijn zoveel meer dan rekenen en taal.
Natuurlijk zijn deze vakken belangrijk, maar wij opvoeders hebben eigenlijk maar één belangrijke taak:

Kinderen helpen om zichzelf te worden.

Kinderen zijn prachtig zoals ze zijn, met allemaal andere mogelijkheden en talenten. We moeten ze helpen deze talenten verder te ontwikkelen. Elk kind mag uiteindelijk stralen en pronken met zijn talent. Het mag trots zijn op zichzelf.

Volgens Gardner zijn er verschillende intelligenties (meervoudige intelligentie) waarin iemand sterk kan zijn;
De verschillende intelligenties volgens zijn theorie zijn:

• verbaal/linguïstische intelligentie (woordslim)
• logisch/mathematische intelligentie (rekenslim)
• visueel/ruimtelijke intelligentie (beeldslim)
• muzikaal/ritmische intelligentie (muziekslim)
• lichamelijke/kinesthetische intelligentie (beweegslim)
• interpersoonlijke intelligentie (mensslim)
• intrapersoonlijke intelligentie (zelfslim)
• natuurgerichte intelligentie (natuurslim)

Foto; de Wegwijzer Zutphen.

Het is zo jammer dat op veel scholen vooral aandacht besteed wordt aan de eerste twee en dat de andere weinig aandacht krijgen.

In mijn volgende blog zal ik dieper ingaan op meervoudige intelligentie. Ik zal dan concrete voorbeelden geven bij elke intelligentie met daarbij mogelijkheden om deze verder te kunnen ontwikkelen.

Probeert u in de tussentijd te ontdekken welke intelligentie bij uw kind past.
En heeft uw kind voldoende uitdaging en oefening om deze intelligentie verder te ontwikkelen?

Anke Tragter

Onderzoek of niet?

Veel ouders spreken mij aan.
Ze willen een luisterend oor, gerustgesteld worden of advies.

Eén van de vragen die ik regelmatig krijg is:
Komt mijn kind in aanmerking voor een onderzoek via school?

Wanneer is er een onderzoek nodig?
Als op school alle hulp geboden wordt om uw kind optimaal te begeleiden in zijn ontwikkeling, maar er is geen vooruitgang.
Als er signalen zijn die erop wijzen dat uw kind dyslectisch is of een ontwikkelingsstoornis heeft.
Als er helderheid moet komen over de capaciteiten van uw kind.

Het onderzoek moet er toe leiden uw kind beter te kunnen begrijpen. Daarnaast kan het onderzoek helderheid verschaffen over wat uw kind nodig heeft om optimaal te kunnen functioneren.

Komt ieder kind in aanmerking voor een onderzoek?
Helaas is het niet zo dat alle kinderen een test mogen doen.
School heeft een klein budget voor het afnemen van onderzoeken. Per jaar komen slechts een aantal kinderen in aanmerking. Omdat school zeer zorgvuldig met het geld om moet springen zullen alleen de meest urgente zorgleerlingen in aanmerking komen voor een test.
Is uw kind niet urgent genoeg, dan moet u wachten. De kans is echter zeer groot dat er steeds andere kinderen voor zullen gaan.
Vindt u het zeer belangrijk dat uw kind onderzocht wordt, dan kan u het onderzoek zelf bekostigen.

Onderzoeken of niet?
Een belangrijke vraag die u zichzelf moet stellen is:

Wat moet het onderzoek opleveren?

Wilt u duidelijkheid over de capaciteiten van uw kind?
Wilt u advies over hoe uw kind optimaal geholpen kan worden?
Wilt u aantonen wat er met uw kind aan de hand is?
Wilt u een verklaring om meer rust te krijgen.
Wilt u een uitslag om het gemakkelijker te maken voor uw kind?

Wanneer een school goed functioneert zal er onderwijs op maat gegeven worden en
wordt er gekeken naar de onderwijs behoefte van uw kind.
De uitslag van een test kan verhelderend werken, maar is geen enkele garantie op verandering op school. Wanneer het onderzoek alleen dient om een label te kunnen plakken is het zonde van het geld!
U moet zelf afwegen in overleg met school, een orthopedagoog of met een remedial teacher, wat een test op kan leveren.

Wilt u persoonlijk advies?
Neem gerust contact met me op.

Fijne krokusvakantie!

Anke Tragter

Slimmer worden tijdens het spelen.

In dit blog wil ik u graag laten zien hoe u door eenvoudige spelletjes de intellectuele capaciteiten van uw kind tot bloei kunt laten komen.

Denkfuncties:
Ieder mens beschikt vaardigheden om efficiënt en zelfstandig te kunnen functioneren; denkfuncties. Deze zijn bij de één meer ontwikkelt dan bij de ander en zeggen niets over de intelligentie die de persoon heeft.
De verschillende denkfuncties zijn;

• inhibitie (het onderdrukken van impulsen)
• flexibiliteit
• emotie regulatie
• initiatief nemen
• werkgeheugen
• plannen en organiseren
• ordelijkheid en netheid
• gedragsevaluatie
• taken afmaken

Zwakke denkfuncties:
Kinderen met zwakke denkfuncties hebben de intelligentie om een taak te kunnen volbrengen. Toch ervaren ze moeilijkheden tijdens het leerproces en tijdens het leveren van prestaties. De moeilijkheden kunnen liggen op het vlak van lezen, spellen, rekenen of schrijven.

Trainen van de denkfuncties:
Door smartgames, denkspelletjes en breinbrekers te gebruiken zijn de denkfuncties te trainen.
Tijdens het spelen van de spelletjes leert uw kind:

• nauwkeurig waarnemen
• systematisch zoeken
• stap voor stap werken
• benoemen wat waargenomen wordt
• hoofd en bijzaken onderscheiden
• problemen omschrijven
• verbanden leggen
• opstellen van strategieën
• uittesten van veronderstellingen



De kracht van een smartgame:

• uw kind kan het alleen spelen
• er zit een sterke opbouw in om probleemoplossende vaardigheden te oefenen
• beredenerend komt uw kind tot een oplossing
• het is in iedere speelgoedwinkel te koop
• het is leuk en verrassend

Wilt u uw kind stimuleren?
Voor elke leeftijd is van alles te vinden:

• Metaforms (Foxmind)
• Colour Code (SMART)
• GoGetter (SMART)
• Cluedo Breinbrekers (Hasbro)
• Tridio (Productief)
• SET (999 games)
• Trucky 3 (SMART)
• Tantrix Match (Tanrix games)

Ook op de Ipad zijn leuke denkspelletjes te vinden:

• Flow Free
• Seq
• Mouse
• Roadblock

Wilt u meer tips of begeleiding dan kunt u contact opnemen voor vrijblijvend advies.

Ik wens u en uw kind veel speelplezier toe.

Anke Tragter