In dit stukje wil ik graag meer informatie geven over de verschillende intelligenties.
Zodat je bij jezelf of bij je kind kunt herkennen in welke intelligentie de kracht ligt.
Daarnaast zal ik uitleggen wat we met meervoudige intelligentie kunnen doen in het basisonderwijs.
Welke kenmerken hebben de verschillende intelligenties.
verbaal/linguïstische intelligentie (woordslim)
- Interesse voor geluiden en taalspelletjes.
- Geniet van "expressief taalgebruik" (geluiden maken, woordherhalingen, rijmpjes, melodietjes)
- Luistert graag naar verhalen en gedichten.
- Vraagt naar de betekenis van woorden.
- Vraagt om uitleg:"Wat betekent dit?, Wat is dat?"
- Kan oplossingen goed onder woorden brengen.
- Kan goed voorlezen.
- Kan spelen met zijn stem.
- Leest graag of wil voorgelezen worden.
- Heeft een duidelijk herkenbare spreek- en schrijf- "stijl".
- Rekent graag, werkt graag met reken(-achtige) puzzels.
- Is geboeid door vormen, patronen, verbanden etc.
- Wil weten hoe dingen werken.
- Luistert graag naar "denkproblemen "en lost deze graag op.
- Ziet vaak overal structuur of overeenkomsten in.
- Kan heel geordend denken.
- Bedenkt (nieuwe), originele en vaak logische oplossingen.
- Is een goede analyticus.
- Kan nieuwe spelregels bedenken.
- Vindt het leuk om proefjes te doen.
- Heeft een grote verbeeldingskracht.
- Houdt van bouwen en construeren.
- Is geboeid door de vormen van wolken, kleuren en patronen als geheel.
- Is altijd bezig met de vraag hoe dingen eruit zien.
- Speelt graag met constructiemateriaal als LEGO.
- Tekent graag.
- Kan werkstukken maken die opvallen door vormgeving.
- Onthoudt beter door te zien dan door te luisteren.
- gebruikt materiaal op geheel eigen manier, ziet snel toepassingen.
- Heeft een eigen herkenbare stijl.
- Luistert graag naar muziek.
- Houdt van muziek maken.
- Herkent zonder veel moeite een melodie.
- Kent veel liedjes uit het hoofd.
- Beweegt het lichaam als het muziek hoort.
- Neuriet en zingt vaak in zichzelf.
- Zingt gemakkelijk zo maar een liedje.
- Maakt zijn eigen muziek en liedjes.
- Is gevoelig voor maat en ritme.
- Kan gemakkelijk rijmwoorden bedenken.
- Vindt bewegingsactiviteiten leuk, zowel om te doen als om naar te kijken.
- Heeft belangstelling voor sport in het algemeen.
- Houdt van pietepeuterige bezigheden.
- Houdt van werken met zand en klei en water.
- Is lenig en soepel.
- Is altijd bezig.
- Bedenkt oplossingen voor iets in termen als "Als we het nu eens zo doen?"
- Doen is begrijpen.
- Speelt gemakkelijk toneel.
- Maakt iets op een herkenbare eigen manier.
- Toont belangstelling voor anderen.
- Werkt graag met anderen samen.
- Doet graag mee aan groepsactiviteiten en kringgesprekken.
- Reageert goed op stemming en gevoelens van een ander.
- Accepteert andere kinderen zoals ze zijn.
- Zoekt sociale contacten en situaties.
- Is in staat een positieve atmosfeer op te roepen om de groep bij elkaar te houden.
- Neemt gemakkelijk de leiding waardoor anderen (ook) goed kunnen functioneren.
- Reageert gemakkelijk in een gesprek.
- Zoekt actief mee naar oplossingen.
- Voelt gevoelens en stemmingen van anderen goed aan.
- Houdt zich bezig met de serieuze zaken van het leven.
- Kan zich in verhalen inleven.
- Kent eigen sterke en zwakke kanten redelijk.
- Weet wanneer hij om hulp moet vragen en wanneer niet.
- Waardeert en geniet van tijd voor zichzelf.
- Bedenkt originele oplossingen voor problemen.
- Is een denker.
- Analyseert situaties en denkt na over de betekenis.
- Trekt zich gemakkelijk in zichzelf terug.
- Is graag buiten in de natuur.
- Heeft belangstelling voor alles wat leeft en groeit.
- Wil altijd weten hoe het zit.
- Heeft een scherp waarnemingsvermogen.
- Is een echte verzamelaar.
- Leest alles over planten en dieren.
- Komt vaak met leuke en boeiende ontdekkingen van buiten.
- Houdt bij wat hij allemaal ziet of vindt in de natuur.
- Weet veel over de natuur.
- Kan goed met dieren (en planten) omgaan.
Wat kan het basisonderwijs met meervoudige intelligentie.
- Meer rekening houden met de verschillen tussen kinderen.
- Kinderen beter onderwijs geven door niet alleen verbaal uitleg te geven. Maar ook via beelden, ritmes, schema's en modellen, doe-activiteiten met een hoog motorisch gehalte, samenwerkingsvormen, individuele reflecties en veldonderzoek.
- Leermiddelen aanpassen zodat ze niet alleen schriftelijke oefeningen bevatten.
Heeft u hier vragen over of wilt u ondersteuning bij een gesprek op school, neem dan gerust contact met me op.
Anke Tragter